Ik werk normaal al regelmatig thuis. Sinds vrijdag is het verplicht en moet ik dus 40 uur per week thuiswerken. Nou heb ik een werkgever waarbij de faciliteiten voor thuiswerken bijna perfect zijn. Daarnaast is het een internationaal bedrijf en heb ik altijd al veel overleg met collega’s over de hele wereld via Skype for Business. Kortom zakelijk ben ik gewend om op afstand te werken. Maar nu moet ik ook privé, bij mijn opleiding en met familie en vrienden op afstand contact hebben. Hoe gaat dat werken? Misschien wel niet zo heel veel anders dan ik in het zakelijke leven doe.
Laatst zag ik in een aflevering van “Floortje terug naar het einde van de wereld” hoe een medewerker van het Rode Kruis in Jemen elke dag via Skype contact had met haar ouders. Soms spraken ze uitgebreid, soms was het een kort hallo en soms genoten zij samen van een online ontbijt. Ik kreeg de indruk dat de hulpverlener dit zelf als waardevol ervaarde. Zij bleef verbinding voelen. De enige voorwaarde was dat ze contact moest maken.
Natuurlijk misten deze mensen het directe contact, het in elkaars nabijheid zijn. Maar zij gingen niet bij de pakken neer zitten. In plaats van te denken wat er niet kon, gingen ze zoeken naar wat wel kon. Het contact dat ze hadden was dan weliswaar niet ideaal maar ze zagen en hoorden elkaar wel. Ze konden wel ervaringen uitwisselen en zo op de hoogte blijven van elkaars wel en wee. Dat was blijkbaar het belangrijkste.
Toch zie ik dat het sommige mensen niet lukt om dit soort stappen te maken. Ze zien problemen. Ze zeggen dat ze de situatie aanvaarden om dit te laten volgen door een “maar”. “Maar ik vind een andere manier contact hebben niet fijn; Maar ik voel de ander niet; Maar ik heb geen verstand van techniek; Maar ik heb de middelen niet, enzovoorts.” Ik heb ooit geleerd dat als je in een zin het woord “maar” gebruikt, je alles van die zin wat voor het woord “maar” staat mag schrappen. Zodra je het woord “maar” gebruikt aanvaard je hetgeen van voor de maar in feite toch niet. Pas als je een situatie aanvaard hebt, kan je gaan zoeken naar een oplossing.
Veel van de oplossingen die contact mogelijk maken, terwijl fysieke nabijheid niet gewenst of mogelijk is, hebben “techniek” ofwel internet nodig. Niet iedereen is daar vaardig in. Bovendien vinden sommige mensen al die “sociale” media afschuwelijk. Deze kanalen zien deze mensen als het tegenovergestelde van sociaal. Inderdaad wordt er op deze kanalen soms ongenuanceerd geroeptoeterd en ik kan me die gedachte daardoor helemaal voorstellen. Maar wat is er mis om met WhatsApp aan iemand te vragen hoe het gaat? Of met FaceTime te gaan videobellen? Of onderwijs te volgen via bijvoorbeeld Zoom Video Conferencing? Ja, het is niet met persoonlijke nabijheid, maar dat kan nu nou eenmaal even niet. Gaan we dan voorlopig maar niets doen? Wat mij betreft niet.
Vorige week kreeg ik zelf een les over meditatie via Zoom. We deden ook een yogales. Er waren inderdaad nadelen. Het is sowieso wennen. De techniek is niet feilloos. Tijdens de yogales zie je niet alles. En toch was het, ondanks dit alles, heel fijn. Het vroeg volle aandacht van de 17 deelnemers. Je kon niet wegdromen of ondertussen wat anders doen. De vraag is of dat anders is dan als je in een klaslokaal zou zitten? Het belangrijkste element voor succesvol contact is aandacht. De kwaliteit van een ontmoeting zit in de aandacht die je erbij hebt. Misschien is het jammer dat je met videobellen niet in dezelfde ruimte bent, maar ik merk dat ik toch echt wel verbinding met iemand voel – als ik maar echte aandacht heb.
Kortom laten we er het beste van maken als we contact zoeken. Vind oplossingen voor de technische uitdagingen – vraag desnoods hulp. Maar laten we vooral aandacht voor elkaar blijven hebben en dan met volle teugen genieten van de connectie.
Ik ben Jan Monster, o.a. blogger en coach bij Wat zegt Jan. Wil je verder praten over dit blog, dan kan je hier contact met me opnemen. Wil jij mijn zoektocht naar mijzelf niet missen, volg dan de Wat zegt Jan-pagina’s op Instagram, Facebook, LinkedIn, Twitter en WordPress.com.