Alleen maar zijn is best fijn

Alleen maar zijn is best fijn

Het is fijn om alleen maar te “zijn-met- wat-is”, want daardoor ga ik volledig op in wat ik doe, waarbij (de ruis van) de wereld om mij heen verdwijnt. (Beeld en bewerking Wat zegt Jan)

In mijn vorig blog schreef ik dat het leven voor mij een oefening is in “zijn-met-wat-is” en dat ik op dit moment eigenlijk best gelukkig ben. Iemand vroeg mij wat ik daarmee bedoelde, wat mij een goede reden leek voor dit nieuwe blog. Het antwoord is sowieso niet makkelijk en misschien nog wel moeilijker om onder woorden te brengen. Ik weet wel dat het fijn is om te “zijn-met-wat-is”. Laat ik daarom toch een poging doen. Wie weet is het interessant en heb je er wat aan – of niet.

Het is eigenlijk niet onder woorden te brengen hoe ik mij voelBij elk blog probeer ik een afbeelding te vinden die (visueel) laat zien wat ik wil vertellen. Maar zowel woorden als beelden kunnen niet volledig weergeven wat ik voel. Elk woord of beeld roept soms alleen maar meer vragen op. Zo ook dit keer. Dit keer koos ik een foto waar ik op een grijze dag aan de rand van de Kralingse Plas naar de Rotterdamse skyline sta te kijken. Het drukt wat mij betreft uit hoe fijn het is om te “zijn-met-wat-is”. Maar laat de foto dat zien? Ik kan wel zeggen dat ik op deze foto iets doe. Ik sta en ik kijk. Ik doe dus zelfs twee dingen, maar je ziet misschien niet dat ik op zo’n moment gelukkig kan zijn. Maar waar word ik dan gelukkig van op deze foto? Van het staan of van het kijken of van wat ik zie of voel? Waar bestaat dat geluk dan uit? Ik geloof dat ik het weer eens allemaal te ingewikkeld maak. Tsja, zo kennen jullie mij toch? Breedsprakig en gedetailleerd onderzoek ik wat ik tegenkom. Laat ik dus toch maar proberen woorden te vinden en wat voorbeelden te geven van dingen waarbij ik het fijn vind om alleen maar te “zijn-met-wat-is”. Misschien wordt zo het onmogelijke mogelijk.

Steeds maar weer - keer op keer - hetzelfde doen brengt mij in een staat van zenSinds ik weer bezig ben “met steentjes bouwen” ofwel Lego, heb ik meer dan tien sets van in totaal bijna 15.000 steentjes in elkaar gezet variërend van iets meer dan honderd tot bijna vierduizend stukjes per keer. Iemand deed mijn nieuwe hobby laatst af als niet bijster creatief en gewoon domweg een instructie volgen. Ik kan dit niet tegenspreken, en toch doe ik het met veel plezier. Het is misschien zelfs nog raarder dat ik het fijn vind, terwijl ik bij elke deeltje wat ik aan elkaar klik geconfronteerd wordt met mijn verlies van gevoel en gedeeltelijke paralyse in mijn linkerarm en -hand. Wat maakt mij dan toch zo blij? Woorden schieten te kort, maar ik zou het in dit geval beschrijven als opperste concentratie – een alfa-staat van zijn. Het is niet creatief, instructies volgend en misschien zelfs saai, maar mijn beperkingen vallen weg en ik ben alleen nog maar bezig. Ik ben met wat is. Steentje voor steentje, steeds maar weer, keer op keer. Dit klinkt mooi en zen, maar de frustraties die ik voel zijn soms groot bij het plaatsen van kleine steentjes in een driedimensionale constructie, waarbij eigenlijk twee werkende en voelende handen nodig zijn. Dan staan eerder tranen van verdriet in mijn ogen dan tranen van geluk over mijn alfa-staat. Weet je, zowel het verdriet als het geluk zijn momenten van voorbijgaande aard. Beide zijn mooie voorbeelden van oefenen in “zijn-met-wat-is”. Dat is het.

Door volledig op te gaan in wat ik doe, voel ik mij blijMisschien is deze bouwactiviteit te particulier of voor sommigen van jullie te eigenaardig, dus laat ik een voorbeeld geven van wat iedereen doet, namelijk lopen. Ik was als kind al lid van een wandelclub en heb samen met mijn zoons met heel veel liefde, keer op keer de avondvierdaagse gelopen. Voor mijn letsel liep ik uren met en zonder hond. Ook nu wandel ik nog steeds met heel veel plezier, ondanks dat ik last heb van enige parese en spasmen. Waar voor jou lopen waarschijnlijk een onbewust bekwame activiteit is, moet ik er eigenlijk constant bewust mee bezig zijn. Mensen die wel eens een loop-meditatie hebben gedaan herkennen dit misschien, je moet dan bewust met jouw stappen bezig zijn. Om woorden te geven aan zó bewust te lopen is lastig, maar ik zou het kunnen beschrijven als volledig opgaan in het moment, in de activiteit. Voelen dat je een stap wil zetten, je gewicht verplaatsen, je voet optillen, even zweven, je hiel neerzetten, de buitenkant van je voet afrollen naar je tenen (eerst de kleine en dan door naar de grote teen), weer volledig op die voet steunen en dan, dan begint de cyclus weer opnieuw voor de volgende stap. Mijn verstoorde evenwicht staat het mij niet meer toe om deze handelingen heel langzaam uit te voeren zoals je bij een meditatie misschien zou doen, maar toch vallen mijn beperkingen tijdens het wandelen vaak weg en ben ik alleen nog maar aan het lopen. Ik ben met wat is. Stap voor stap, steeds maar weer, keer op keer. Tsja, klinkt idyllisch toch? Maar toen was er laatst ineens winters weer met bijbehorende gladheid, waardoor ik niet zo zeer opging in het moment als wel in mijn angst om te vallen met als gevolg dat ik nog meer verkramping en pijn in mijn spieren voelde. Zowel de momenten van euforie als die van bangigheid zijn telkens zo weer weg en dan is er alweer ruimte voor het volgende moment om te “zijn-met-wat-is”.

Als ik zie dat ik niet los sta van anderen, dan ervaar ik het warme gevoel van verbondenheidWaar ik ook steeds weer blij van word, is contact met de kinderen, familie en vrienden. Anders dan voor mijn letsel voer ik niet meer het hoogste woord, al zal je aan anderen moeten vragen of dat echt zo is, maar mijn constante (onvoorspelbare) moeheid maakt dat ik, zeker in groepen, niet alles meer kan volgen. Soms voel ik mij net een bejaarde die zich in gezelschap ietwat terugtrekt en de anderen de gesprekken en discussies laat voeren. Ik ben dan eventjes slechts een betrokken toehoorder. Praten is voor mij niet meer het allerbelangrijkste en luisteren is nu een nog waardevollere activiteit geworden. Let wel, ik ben niet ineens een muurbloempje geworden, maar ook al is er wel wat veranderd, het is niet minder fijn om bij lieve mensen in de buurt te zijn. Alles wat ik nu zou zeggen over hoe ik dit ervaar zal de beleving waarschijnlijk tekortdoen, maar ik zou het warme gevoel van het samen zijn, ondanks de vermoeidheid, beschrijven als verbondenheid, misschien zelfs non-dualiteit. Dat gevoel is zowel zo uniek als zo universeel dat ik denk dat je begrijpt dat ik het fijn vind om dat keer op keer te ervaren. Het is steeds weer hetzelfde en toch weer anders en het gaat mij nooit vervelen. Ik moet wel zeggen dat het lastig is om niet te weten hoe mijn batterij zich zal gedragen en ik vrees dan ook het moment waarop plotseling mijn energie op is. Gelukkig wordt zo’n ogenblik van vrees al snel weer overvleugeld door het genot van het samenzijn.

Door je te focussen en in iets op te gaan verdwijnt de wereld om je heenWaar ik heel makkelijk alleen maar kan ”zijn”, is in de bioscoop als ik een film aan het kijken ben en gelukkig kan ik dit weer helemaal in mijn eentje. Ik zit in de zaal, het licht gaat uit en vanaf dan zijn beeld en geluid allesoverheersend en eisen alle aandacht op. Dit volledig opgeslokt worden is lastig te beschrijven, maar als het moet dan zou ik zeggen dat de rest van de wereld om mij heen verdwijnt. En ook dan dringt de realiteit zich toch binnen, want als ik bijvoorbeeld geeuw begint mijn lamme arm uit zichzelf omhoog te gaan of zakt na een tijdje mijn lamme been verkeerd weg en begint dat pijn te doen. De werkelijkheid is er zeker voor en na de film als ik mij moet begeven in een omgeving die niet per se gericht is op mensen met een beperking, zoals ik onder andere merk aan het ontbreken van leuningen, smalle doorgangen, klapstoelen en klapdeuren, in de weg zittende bekerhouders en slechte verlichting. Het zijn allemaal obstakels op weg van en naar een moment van vergetelheid. Als ik deze hindernissen met aandacht neem voel ik geen verdriet, frustratie of ergernis en ook dan verdwijnt de wereld om mij heen en is er alleen nog maar de inspanning om de horde te nemen. Zo blijft naar de film gaan ook nog eens spannend en nog een reden te meer waarom bioscoopbezoek mij niet snel zal gaan vervelen.

Opmerkelijk dat ik soms voor iets kies, terwijl ik vind dat ik iets anders zou moeten doenYoga verveelt mij eigenlijk ook nooit, maar om eerlijk te zijn doe ik het nu maar heel erg weinig. De beperkingen van gevoel, “verlamming” en neurofatigue maken dat het uitvoeren van yogahoudingen, hoe aangepast dan ook, zo’n grote aanslag zijn op mijn batterij waardoor ik praktisch geen energie meer over heb om op die dag nog iets anders te doen. Ik mis wel het “zijn” in de verschillende houdingen (āsana’s) en het “zijn” met wat is aan bijzondere gevoelens en sensaties in die specifieke houding. Moreel vind ik het bijna een verplichting om toch wat te doen met alle kennis en ervaring die ik heb opgebouwd bij mijn yoga opleiding, maar toch kies ik er blijkbaar liever voor om de bijzondere gevoelens die ik ervaarde in de houdingen dan maar via andere activiteiten te ervaren en niet mijn energie hiervoor te gebruiken. Wat ik tijdens yoga(houdingen) ervaarde was zo divers en alomvattend dat het hoogstens te omschrijven valt als opmerkelijk. Nu merk ik slechts op dat het doen van yoga mij te veel kost, terwijl het vroeger mij juist veel momenten van gelukzaligheid gaf.

Door niet mijn focus te kiezen, kan ik steeds opmerken wat er weer aan mij voorbijkomtAls ik met mensen over yoga praat, dan gaat yoga bijna altijd over het in hun ogen doen van onmogelijke houdingen, wat ik helemaal kan onderschrijven, zeker gezien wat ik zojuist beschreef. Ik was bij mijn opleiding dan ook verbaasd dat in de 195 sutra’s van Patañjali (één van de meest vooraanstaande en oudste yoga filosofen) er slechts 3 enigszins over houding gingen. De houding (āsana als derde stap in het achtvoudige pad) waarover wordt gesproken is er één die ondersteunend moet zijn bij meditatie. Er is eigenlijk maar één instructie: ontspande inspanning. De spanning heb je nodig om in een houding te komen en de ontspanning is nodig om in de houding te kunnen blijven zitten. Het opvallende is dat yoga voor mij op dit moment bijna alleen nog maar uit mediteren bestaat, wat eigenlijk dus ook precies de kern van yoga is volgens die eeuwenoude teksten. Ik heb mij naast de yoga-opleiding extra geschoold als meditatie-begeleider, waarbij ik veel verschillende vormen van meditatie leerde. In de mindfulness is er een mooie vorm die ze het “keuzeloos gewaarzijn” noemen. Bij deze meditatie heb je geen specifieke focus, maar merk je slechts op wat er allemaal aan je voorbijkomt, net als wat ik vroeger opmerkte bij het uitvoeren van mijn yoga-houdingen. Je doet tijdens deze meditatie niets met wat er aan je voorbijkomt, behalve het zien en voelen voor wat het is. Deze beoefening is zo woordeloos, dat het te moeilijk voor me is om dit in woorden te vatten, maar ik zou dit betitelen als het ultieme alleen maar “zijn”, “zijn-met-wat-is”. Of je deze meditatie nu tien minuten of twee uur, eenmalig of elke dag weer doet, je doet keer op keer hetzelfde, namelijk opmerken wat er voorbijkomt en het laten voor wat het is. Niet meer, maar zeker ook niet minder. Ook dit is weer saai en repetitief, maar toch ook steeds weer verrassend en telkens weer anders. Deze meditatie geeft mij een fijn gevoel terwijl ik juist tijdens deze meditatie heel vaak en heel veel opmerk wat mijn beperkingen zijn. Interessant dat het zo fijn kan zijn dat ik alleen maar opmerk dat er zowel positieve als negatieve dingen zijn. Ik hoef er dan ook alleen maar mee te zijn en ik hoef er verder niets mee te doen.Laat ik dankbaar zijn voor alles waardoor ik mij heel voelIk schrijf inmiddels alweer jaren elke dag in een yoga/meditatie-dagboek. Daarin benoem ik ook elke keer waar ik dankbaar voor ben geweest. Het zal je niet verbazen dat ik daar vaak “met steentjes bouwen”, wandelen, mensen, bioscoopbezoek en meditatie in noem. Daarnaast komen ook veel voor: het (mooie) weer, het eten (de handeling), voedsel (de substantie), fysiotherapie, bloggen, website-onderhoud, sociale media, lezen, metro- en autoritjes, theater- en museumbezoek, tripjes naar bos, zee en steden, rusten en slapen. Als ik dit nu zo vertel, dan valt mij op dat dit allemaal momenten en activiteiten zijn geweest waarin ik alleen maar was met wat ik op dat moment aan het doen was. Ik deed dingen waarin ik volledig opging met opmerkzame concentratie, een soort alfa-staat en daarin voelde ik mij zo verbonden dat het onderscheid tussen mij en de ander of de wereld wegviel en waarbij de (ruis van de) wereld om mij heen verdween. Misschien zijn dit de woorden die het beste samenvatten wat zo fijn is aan (oefenen met) alleen maar “zijn-met-wat-is”. Ach misschien zijn het slechts woorden en verhalen die lijken te kloppen.

Misschien kan je sommige dingen niet begrijpen, maar alleen ervarenDat wat ik met volle aandacht doe is fijn, ook al heb ik beperkingen, want die vallen weg wanneer ik één word met dat wat ik doe. Het doen valt zelfs weg en het doen wordt zijn, “zijn-met-wat-is”, zowel het aangename als het minder aangename. Voor mij is dat het fijne aan “zijn met wat is”. Ik hoop dat je mij een beetje begrijpt na het lezen van dit blog of anders dat je het een beetje hebt kunnen ervaren.

Hoe stiller je wordt, hoe meer je kunt horen – Rumi

 

 

Ik ben Jan Monster, de blogger van Wat zegt Jan. Je kunt hier contact met me opnemen. Wil jij geen blog missen, volg dan de Wat zegt Jan-pagina’s op Facebook, Instagram, LinkedIn, Threads, WordPress.com en X.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.